Reglement voor het beheer van de begraafplaats van de R.-K. Sint Victor Parochie
en de
R.K. Sint
Jozef Parochie te Noordwijkerhout
01-11-2012
I Algemene
Bepalingen
artikel 1 - 8
II
Het vestigen van de grafrechten artikel 9 - 17
III
Het verlengen van de grafrechten artikel 18 - 22
IV
Einde van de grafrechten artikel 23
V Indeling van een begraafplaats en
onderscheid van de graven artikel 24 - 31
VI
Asbussen artikel 32 - 34
VII
Graftekens en grafbeplantingen
artikel 35 - 41
VIII
Tarieven en onderhoud
artikel 42 - 45
IX
Overgangsbepaling artikel 46
Bijlage
Toelichting op het reglement
I Algemene Bepalingen
Begripsaanduidingen
Artikel 1
In dit Reglement wordt verstaan onder:
a. bestuur:
het parochiebestuur als vertegenwoordiger van de rechtspersoon R.-K. parochie
St.
Victor en de R.K. Parochie St. Jozef te Noordwijkerhout, eigenaresse van de
begraafplaats.
b.
begraafplaats:
het terrein bestemd voor het begraven van overledenen en voor het begraven
of
bijzetten van asbussen van overledenen, gelegen aan Victorlaan 11 en Herenweg 15
Noordwijkerhout.
c.
beheerder:
degene die door het bestuur is belast met de dagelijkse leiding en het beheer
van
de
begraafplaats.
d. particulier (urnen-)graf:
een ruimte op de begraafplaats, bestemd voor het begraven van een
of meer
overledenen of hun asbussen, waarvan het uitsluitend recht voor de duur van 20
jaar
is verleend aan één rechthebbende volgens de voorwaarden van dit reglement, welk
recht kan
worden verlengd.
e. rechthebbende:
de meerderjarige persoon of rechtspersoon aan wie het recht op een
particulier (urnen-)graf is verleend.
f. algemeen (urnen-)graf:
een ruimte op de begraafplaats, bestemd voor het begraven van
meerdere overledenen, die geen verwanten van elkaar behoeven te zijn of van hun
asbussen,
waarvan het recht op medegebruik voor de duur van 10 jaar is verleend aan
gebruikers volgens
de voorwaarden van dit reglement.
g. gebruiker:
de meerderjarige persoon aan wie een recht op medegebruik in een algemeen
(urnen-)graf is verleend.
h. grafrecht:
het recht op een particulier (urnen-) graf voor tenminste tien jaar; het recht
op
bewaring van een asbus in de urnenbewaarplaats voor tien jaar, alsmede het
rechtop
medegebruik in een algemeen graf voor tien jaar en het recht op medegebruik in
een algemeen
urnengraf voor tien jaar.
i. bijzetting:
1. het begraven van een overledene in een graf waarin reeds een overledene is
begraven;
2. het begraven van een asbus/urn in een graf waarin reeds een overledene of een
asbus/urn
is begraven;
3. het plaatsen van een urn op een graf, waarin reeds een overledene of een
asbus/urn is
begraven;
4. het plaatsen van een asbus/urn in een urnenbewaarplaats of columbarium.
j. asbus:
hermetisch afgesloten koker met de as van de overledene.
k. urn:
voorwerp waarin een of meer asbussen zijn opgeborgen. De bepalingen voor
asbussen in
dit Reglement gelden ook voor urnen.
l. urnenbewaarplaats of columbarium:
voorziening op de begraafplaats waarin asbussen of
urnen in een onverbrekelijk afgesloten ruimte dan wel hecht aan de plaats van
bijzetting
verbonden worden opgeborgen.
m.
strooiveld:
terrein dat bestemd is om permanent as te verstrooien.
Bestuur
Artikel 2
Het bestuur is gebonden aan het Algemeen Reglement voor het bestuur van een
parochie van de
Rooms Katholieke Kerk in Nederland en terzake van het beheer van de
begraafplaats bovendien
aan dit Reglement.
Beheerder
Artikel 3
Het bestuur kan een van zijn leden of een andere persoon, in dit reglement te
noemen de
beheerder, belasten met de dagelijkse leiding en het beheer van de
begraafplaats.
De beheerder is bevoegd om namens het bestuur opdrachten te verlenen, het beheer
van de
begraafplaats betreffende en om namens het bestuur grafrechten te verlenen.
Regelingen vóór een begraving
Artikel 4
1.
Voor de begraving dient aan de
beheerder het verlof tot begraving of de bereidverklaring tot het
bezorgen van de
as te worden getoond.
2.
De voor de begraving en bewaring
van een asbus noodzakelijke bescheiden, zoals de grafakte
en de kwitantie
van betaling van de verschuldigde rechten of een deugdelijk bewijs van
begraving of
bewaring van een asbus voor rekening van derden en de eventuele autorisatie van
de rechthebbende
(of de gebruiker) moeten vóór de begraving c.q. bewaring aan de beheerder
worden overgelegd.
Bevorderen van natuurlijke ontbinding
Artikel 4a
1. Het is verboden om een overledene te begraven in een zinken of andere metalen
of kunststof
(binnen)kist.
2. Bij de begraving van een overledene is het niet toegestaan deze van een
lijkhoes dan wel van
een lijkomhulsel te
voorzien, welke niet voldoet aan het Lijkomhulselbesluit 1998 en alle overige
wettelijk voorgeschreven
vereisten ten behoeve van de bevordering van de lijkvertering en
eventuele andere met deze
regelgeving samenhangende doeleinden.
3.De rechthebbende heeft er zorg voor te dragen dat hijzelf dan wel de bij de
lijkbezorging
betrokken uitvaartverzorger
hiervoor afdoende maatregelen neemt en desgewenst op verzoek
van de beheerder een daartoe
strekkende verklaring afgeeft.
4.Het is verboden om in een kist of ander omhulsel voorwerpen of objecten bij te
sluiten die niet
tot de kist of de overledene
behoren, anders dan kleine verteerbare grafgiften. De materialen die
verwerkt zijn in de
lijkkist, de lijkhoes en de kleding van de overledene dienen zoveel mogelijk
van natuurlijk verteerbare
aard te zijn. ln geval van ernstige en gerechtvaardigde twijfel of de
materialen aan deze eis
voldoen, kan de beheerder een controle instellen. Blijken de gebruikte
materialen niet aan de eis
te voldoen dan kan begraving geweigerd worden.
5. De rechthebbende is verantwoordelijk voor het naleven van de onder lid 1 t/m
3 vermelde
voorschriften. Eventuele
schade en /of kosten ten gevolge van niet-naleving van deze
voorschriften zullen op de
rechthebbende worden verhaald.
De begraving van een overledene en de bewaring van een asbus
Artikel 5
1.
Een begraving of de bewaring van
een asbus geschiedt op een dag en uur, met de beheerder
tevoren overeen te
komen en volgens aanwijzing van de beheerder.
De begraafplaats is
niet toegankelijk voor de lijkwagen of de volgwagens. De beheerder kan,
uitsluitend voor
mindervalide personen, uitzondering toestaan.
2. De kist, dan wel het omhulsel en de asbus moeten zijn voorzien van een
registratienummer,
welk registratienummer
moet worden opgenomen in het register van de overledenen.
Werkzaamheden op de begraafplaats
Artikel 6
1. Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van
stoffelijke resten
en het bijzetten van
asbussen geschieden uitsluitend door het personeel van de begraafplaats
of, in opdracht van het
bestuur, door derden.
2.Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw,
de aanleg of
het onderhoud van de
graftekens en/of beplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te
verrichten op tijden dat de
begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de
aanwijzingen van de
beheerder.
3.Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen en tijdens
begravingen
en diensten in de aula of
kapel. Op zaterdagen mogen geen werkzaamheden door
beroepskrachten worden
verricht, in opdracht van rechthebbenden, maar is uitsluitend de
grafverzorging door de
nabestaanden toegelaten.
4. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te
worden
meegenomen of te worden
geplaatst of gestort volgens aanwijzingen van de beheerder.
Bezoekers
Artikel 7
Het bestuur bepaalt de tijden, waarop de begraafplaats voor bezoekers
toegankelijk is. De
begraafplaats is voor auto's en voor fietsen (al of niet met hulpmotor)
gesloten. Honden worden
alleen aangelijnd op de begraafplaats toegelaten. De beheerder kan voor
mindervaliden uitzondering
toestaan. Bezoekers wordt verzocht luidruchtigheid te vermijden.
Voor het houden van dodenherdenkingen of de plechtige onthulling van een
grafteken moet tevoren
schriftelijke toestemming zijn verkregen van het bestuur.
Administratie
Artikel 8
1. Het bestuur is verantwoordelijk voor het voeren van de administratie van de
begraafplaats. De
administratie bevat in ieder
geval het wettelijk verplichte register van de overledenen met
vermelding van hun
registratienummer en aanduiding van de plaats op de begraafplaats waar
zij begraven zijn, alsmede
een dergelijk register van de bewaarde asbussen. Deze registers zijn
openbaar. Daarnaast bestaat
er het nabestaandenbestand grafrechten, waarin de namen en
adressen van alle
rechthebbenden en gebruikers worden geregistreerd.
2. Het boekjaar van de begraafplaats loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Alle rechten,
verleend in het eerste
halfjaar worden geacht te zijn verleend per 1 januari daaraan
voorafgaand. Alle rechten
verleend in het tweede halfjaar worden geacht te zijn verleend per 1
januari daaropvolgend.
<top>
II Het vestigen van het
grafrecht
Schriftelijke overeenkomst
Artikel 9
1. Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst met het
bestuur, genaamd
grafakte.
2. Op de begraafplaats kunnen begraven worden:
-zij die als parochiaan
staan ingeschreven bij de parochie en zij die met een parochiaan
gehuwd waren;
- oud-parochianen die in een
instelling voor gezondheidszorg verblijven en die voorheen tot
de parochie behoorden.
3. Het bestuur kan van lid 2 in uitzonderlijke gevallen afwijken en toestaan dat
anderen op de
begraafplaats worden
begraven.
Uitgifte van graven
Artikel 10
De graven van een gravenveld worden in volgorde, door de beheerder te bepalen,
uitgegeven. Het
is niet mogelijk een bepaalde grafruimte te reserveren, tenzij een recht wordt
ven/vorven als bedoeld
in artikel 11.
Recht op particulier (urnen-)graf
Artikel 11
Het bestuur kan aan één meerderjarig persoon of rechtspersoon het uitsluitend
recht verlenen om
voor twintig jaar gebruik te maken van een bepaalde (urnen-) grafruimte, ten
behoeve van hemzelf,
de echtgenoot, een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad, of een
pleeg- of stiefkind. Dit
recht wordt verleend onder de voorwaarden, in dit reglement gesteld of door het
bestuur later te
stellen. ln ieder geval moet betaling op grond van artikel 42 van dit reglement
zijn geschied en moet
bij de rechtsverkrijging schriftelijk worden vastgelegd dat het graf (artikel
45) kan worden geruimd
wanneer dit recht, door welke oorzaak dan ook, geëindigd is.
Recht op algemeen (urnen-)graf
Artikel 12
Het bestuur kan aan één meerderjarig persoon het recht verlenen om voor tien
jaren )gebruik te
maken van een plaats in een (urnen-) grafruimte, bestemd voor meerdere
overledenen. Dit gedeelde
recht wordt verleend onder de voorwaarden, in dit reglement gesteld, of door het
bestuur later te
stellen. ln ieder geval moet betaling op grond van artikel 42 van dit reglement
zijn geschied en moet
bij de rechtsverkrijging schriftelijk worden vastgelegd dat het (urnen-)graf
(artikel 45) kan worden
geruimd, wanneer dit recht, door welke oorzaak dan ook, geëindigd is.
Adres rechthebbende en gebruiker
Artikel 13
De rechthebbende en de gebruiker zijn verplicht hun adres aan het bestuur op te
geven, alsmede de
wijziging van hun adres.
Overlijden rechthebbende en gebruiker
Artikel 14
1. Binnen 6 maanden na het overlijden van de rechthebbende of de gebruiker dient
het grafrecht
na een daartoe strekkend
verzoek van de erfgena(a)m(en) te worden overgeschreven op naam
van de echtgenoot, een
bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad, of een pleeg- of
stiefkind overeenkomstig
artikel 15.
2. indien de rechthebbende of de gebruiker is overleden en in het graf dient te
worden begraven of
zijn asbus dient te worden
bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving als bedoeld in lid 1 van
dit artikel voorafgaand aan
die begraving of bijzetting te worden gedaan.
Overdracht grafrecht
Artikel 15
1. Een grafrecht kan worden overgedragen door overlegging aan het bestuur van
een door de
rechthebbende en de
betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht, met vermelding
van de personalia en het
adres van de rechtsopvolger.
2. Overdracht aan een ander dan de echtgenoot, een bloed- of aanverwant tot en
met de vierde
graad of een pleeg- of
stiefkind van de rechthebbende (of gebruiker) is slechts mogelijk, indien
daarvoor gewichtige redenen
bestaan naar het oordeel van het bestuur.
3. Een rechthebbende kan afstand doen van grafrechten, zonder aanspraak te
kunnen maken op
enige vergoeding. Afstand
dient schriftelijk te geschieden.
Weigering tot begraving of bijzetting
Artikel 16
Het bestuur behoudt zich het recht voor, ook nadat grafrechten zijn verleend, om
canonieke redenen
begraving van een overledene en met name de bijzetting in een dubbel graf, een
particuliergraf (of
een algemeen (urnen-)graf) te weigeren, onder teruggave van de reeds betaalde
rechten, of alleen
de begraving op een bepaald gedeelte van de begraafplaats toe te staan.
Ontbindende voorwaarden grafrechten
Artikel 17
Het bestuur verleent grafrechten uitdrukkelijk voor de tijd, gedurende welke het
terreingedeelte,
waarin zich de (urnen-)graven bevinden, tot de begraafplaats blijft behoren en
voor de tijd dat de
begraafplaats in exploitatie blijft.
Aan de toegekende grafrechten kan geen titel ontleend worden zich te verzetten
tegen de
bestemmingsverandering van (een gedeelte van) de begraafplaats of tegen de
voorgenomen sluiting
of gesloten verklaring van de begraafplaats.
<top>
III Het
verlengen van grafrechten
Schriftelijk informeren van de rechthebbende
Artikel 18
1. Het bestuur zal uiterlijk een jaar voor het verstrijken van een termijn,
waarvoor grafrechten zijn
verleend en die kunnen
worden verlengd, de rechthebbende schriftelijk attenderen op het aflopen
van de grafrechten en de
voorwaarden bekend maken, waaronder deze grafrechten kunnen
worden verlengd voor een
termijn van tien jaar.
2. indien niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling om verlenging
van de termijn
van het grafrecht is
verzocht dan zal van het aflopen van de termijn door een zichtbare
mededeling melding worden
gemaakt bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats. De
mededeling blijft gedurende
één jaar aanwezig maar tenminste tot het einde van de termijn van
het grafrecht
Verzoek rechthebbende
Artikel 19
1. Een rechthebbende kan binnen twee jaren voor de afloop van de termijn
schriftelijk verlenging
van zijn rechten
aanvragen voor een aansluitende termijn van tien jaren.
2. Het bestuur zal een aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen, in zoverre van het
recht tot begraven
gebruik is gemaakt en geen
bijzondere redenen, zoals de voorgenomen ruiming van een
gravenveld, zich daartegen
verzetten.
Voorwaarden voor verlenging
Artikel 20
De verlenging van grafrechten wordt slechts verleend wanneer het onderhoud van
het graf zich naar
het oordeel van het bestuur niet bevindt in kennelijke staat van ven/vaarlozing
en op de voorwaarden
geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de alsdan
geldende tarieven.
Verlenging bij bijzetting
Artikel 21
Wanneer in een particulier (urnen-)graf, bestemd tot het begraven van meerdere
overledenen of hun
asbussen een bijzetting plaats vindt, wordt een lopende termijn van het
grafrecht verlengd met een
periode van 10 jaar, indien de lopende termijn van het grafrecht wordt
overschreden door de
wettelijke minimum-grafrusttermijn van 10 jaar van degene die wordt bijgezet.
Het nog niet
verstreken gedeelte van de lopende termijn wordt met de verlenging verrekend.
De verlengde periode is te rekenen vanaf de datum van bijzetting.
Algemene (urnen-graven)
Artikel 22
1. Het recht van een gebruiker in een algemeen (urnen-)graf kan niet worden
verlengd.
2. Ten minste zes en ten hoogste twaalf maanden vóór het verstrijken van de
termijn van een
algemeen (urnen)graf
doet het bestuur daarvan schriftelijk mededeling aan de gebruiker, wiens
adres bij hem bekend
is.
<top>
IV
Einde van de grafrechten
Artikel 23
De grafrechten vervallen:
a. door het verlopen van de gestelde termijn met inachtneming van het bepaalde
in artikel 18;
b. indien de tarieven overeenkomstig artikel 42 van dit reglement niet binnen
één jaar na het
vestigen of het verlengen
van het grafrecht zijn betaald.
c. indien een terreingedeelte, waarin zich de (urnen-)graven bevinden, aan de
bestemming van
begraafplaats wordt
onttrokken of wanneer de begraafplaats niet meer als zodanig wordt
geëxploiteerd,
overeenkomstig artikel 17;
d. indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht
overeenkomstig artikel
18 bij het graf en bij de
ingang van de begraafplaats zichtbaar vermeld is geweest en de
rechthebbende gedurende die
periode niet heeft gereageerd.
e. indien de rechthebbende het onderhoud van grafteken of beplanting
verwaarloost en na
sommatie weigert te doen
herstellen of de herstelkosten te voldoen, overeenkomstig artikel 39;
f. indien de rechthebbende (of een gebruiker) bij onderhandse verklaring afstand
doet van een
verkregen grafrecht. Wanneer
nog geen gebruik werd gemaakt van het recht tot begraven kan
een evenredige terugbetaling
plaatsvinden.
<top>
V
Indeling van de begraafplaats en onderscheid van de graven
Indeling door bestuur
Artikel 24
Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanleg en de indeling van de
begraafplaats, de
bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in (urnen-)graven vast te
stellen en te
wijzigen
.
Soorten van graven
Artikel 25
1. Het bestuur verleent rechten op het tijdelijk gebruik, respectievelijk
medegebruik van:
a. een particulier graf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens van het
betreffende
model. Bijzetting van
asbussen of urnen is toegestaan.
b. een particulier enkel of dubbel graf in een vak, waarop toegelaten worden
graftekens van
het betreffende model.
Bijzetting van een asbus of urn in een dubbelgraf is toegestaan.
c. een particulier enkel of dubbel graf in een vak, waarop toegelaten worden
graftekens na
afzonderlijke goedkeuring.
Bijzetting van een asbus of urn in een dubbelgraf is toegestaan.
d. een particulier kindergraf of een particulier graf voor een doodgeborene of
een
onvoldragen vrucht in een
vak, waarop toegelaten worden graftekens na afzonderlijke
goedkeuring. Bijzetting van
een asbus of urn is niet toegestaan.
e. een grafplaats in een algemeen graf voor doodgeborenen en onvoldragen
vruchten.
Bijzetting van asbussen of
urnen is toegestaan.
f. een grafplaats in een algemeen graf. Bijzetting van asbussen of urnen is
toegestaan.
g. een particulier urnengraf in een urnengravenveld;
h. een grafplaats in een algemeen urnengraf.
2. De modellen graftekens worden omschreven in de voorschriften voor het
toelaten van
graftekens en grafbeplantingen, zoals voorzien in artikel 35.
Particulieren graven
Artikel 26
Een particuliergraf is bestemd voor het begraven van maximaal vier overledenen
en/of
asbussen/urnen. Er mogen niet meer dan drie overledenen boven elkaar worden
begraven.
Alleen de als rechthebbende ingeschreven persoon kan degenen aanwijzen, die na
overlijden in een
particuliergraf mogen worden begraven of bijgezet.
Kindergraven
Artikel 27
ln een kindergraf wordt een overleden kind begraven dat niet ouder was dan
12jaar.
Algemene graven
Artikel 28
In een algemeen graf wordt een door het bestuur vast te stellen aantal
overledenen begraven. Er
mogen niet meer dan drie overledenen boven elkaar worden begraven.
Particulier urnengraf
Artikel 29
In een particulier urnengraf kunnen een of twee asbussen worden begraven.
Algemeen urnengraf
Artikel 30
In een algemeen urnengraf wordt een door het bestuur te bepalen aantal asbussen
begraven.
Grafkelders en priestergraf
Artikel 31
Grafkelders worden uitsluitend toegelaten op de gravenvelden, als zodanig
aangegeven in de
Voorschriften op grond van artikel 35 en qua constructie in overeenstemming met
deze
Voorschriften. Vóór het aanbrengen van een grafteken dient een waarborgsom te
worden gestort
overeenkomstig de tarieven als bedoeld in artikel 42.
Het priestergraf van de begraafplaats valt wat verzorging betreft onder de
verantwoordelijkheid van
het bestuur. In dit priestergraf kunnen worden bijgezet in de parochie werkzame
priesters, indien zij
in hun ambtsperiode in Noordwijkerhout overlijden. Ook oud-pastores, overleden
tijdens hun
emiraat, mogen hierin worden bijgezet.
<top>
VI
Asbussen
Bewaring van asbussen
Artikel 32
Asbussen kunnen op de begraafplaats bewaard worden door bijzetting:
a. in een bestaand graf;
b. in een particulier urnengraf dat deel uitmaakt van een gravenveld van urnen;
op een bestaand graf in een
urn, die hecht aan de ondergrond is verbonden;
c. in de urnenbewaarplaats van de begraafplaats;(Columbarium)
d..in een algemeen urnengraf.
Recht op het bewaren van een asbus
Artikel 33
De artikelen 9 t/m 17 zijn van overeenkomstige toepassing voor degenen die een
recht willen
vestigen op het bewaren van een asbus op de begraafplaats op een van de in
artikel 32 genoemde
wijzen.
Ruiming van asbussen
Artikel 34
Ruiming door het bestuur van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren
van de asbus
geschiedt door verstrooiing van de as op een strooiveld.
<top>
VII
Graftekens en grafbeplantingen
Vergunning
Artikel 35
Het bestuur kan uitsluitend aan rechthebbenden vergunning verlenen om graftekens
en/of
beplantingen op particuliere graven te doen aanbrengen. Deze moeten voldoen aan
de
'Voorschriften voor het toelaten van graftekens, grafbeplantingen en
grafkelders' behorende tot dit
reglement (Bijlage 1) en die door het bestuur zijn vastgesteld. Deze
Voorschriften worden op
verzoek door de beheerder aan iedere belanghebbende verstrekt. Graftekens en/of
beplantingen,
die naar het oordeel van het bestuur niet in overeenstemming zijn met deze
voorschriften, worden
door het bestuur geweigerd en kunnen na aangebracht te zijn door het bestuur op
kosten van de
rechthebbende worden verwijderd.
Risico schade aan graftekens
Artikel 36
1. Gedurende de termijn van het grafrechten blijven de graftekens en de
grafbeplanting eigendom
van de rechthebbende. Het
bestuur aanvaardt deze graftekens en grafbeplanting niet in beheer. Dit
betekent dat de
rechthebbende verantwoordelijk is voor de voorwerpen die zich op de graven
bevinden, alsmede voor het
onderhoud, met inachtneming van het bepaalde in artikel 39.
2. Schade aan graftekens ontstaan door storm en vandalisme wordt door het
bestuur uitsluitend
vergoed voor zover deze
risico's door een verzekeringsovereenkomst van het bestuur zijn gedekt.
3. Schade veroorzaakt door op de begraafplaats uitgevoerde werkzaamheden door
personeel van
de begraafplaats wordt door
het bestuur uitsluitend vergoed tot het bedrag waarvoor deze risico's
Door de desbetreffende
verzekeringsovereenkomst van het bestuur worden gedekt.
Onderhoud graftekens en grafbeplanting
Artikel 37
1. De graftekens en grafbeplantingen moeten ten genoegen van het bestuur worden
onderhouden
door de rechthebbenden.
Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen,
vernieuwen of waterpas
stellen van graftekens en/of beplanting.
2. In geval van kennelijke verwaarlozing van het onderhoud van een particulier
graf, kan het
bestuur, voor zover de
plicht tot onderhoud niet bij hem ligt, deze verwaarlozing vastleggen in
een schriftelijke
verklaring, die het toezendt aan de rechthebbende, die binnen één jaar na
ontvangst in het onderhoud
voor- ziet.
3. Indien de ontvangst van de verklaring, bedoeld in het tweede lid, niet
bevestigd wordt, maakt
het bestuur de verklaring
bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats,
gedurende een periode van
vijf jaar dan wel totdat in die periode in het onderhoud is
voorzien.
4. Indien toepassing is gegeven aan het tweede of derde lid en niet alsnog in
het onderhoud
van het graf
is voorzien, vervalt het
recht op het graf op het moment dat de periode van een dan wel vijf
jaar, bedoeld in het tweede
respectievelijk derde lid, is verstreken.
5. Indien het recht op het graf nog geen twintig jaar is gevestigd op het moment
dat de periode,
bedoeld in het derde lid is
verstreken, blijft de bekendmaking in stand totdat de periode van
twintig jaar is verstreken
dan wel totdat in die periode in het onderhoud is voorzien. Indien niet
voordien in het onderhoud
van het graf is voorzien, vervalt het recht op het graf zodra de
termijn van twintig jaar is
verstreken.
Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende
Artikel 38
Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een
grafteken voor een
bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden gegeven
door de
rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op de begraafplaats bevindt
en niet binnen
drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst is het bestuur gerechtigd de
delen daarvan van de
begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de
rechthebbende.
Tijdelijke verwijdering grafteken door de beheerder
Artikel 39
1. Indien het vanwege het beheer van de begraafplaats naar het oordeel van de
beheerder nodig
is kunnen het grafteken
en/of de beplanting van het graf van een rechthebbende op last van en
voor rekening van het
bestuur worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden
gedeponeerd. De
rechthebbende wordt hiervan tevoren in kennis gesteld.
2. Verwelkte bloemen en ontsierende voorwerpen kunnen door de beheerder zonder
voorafgaande waarschuwing
van de graven worden verwijderd
.
Verwijdering graftekens na einde grafrecht
Artikel 40
Binnen drie maanden na het eindigen van het grafrecht kunnen grafteken en/of
beplanting door de
rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na verloop van drie maanden wordt
de
rechthebbende geacht geen prijs te stellen op het weer in bezit nemen van
grafteken en/of
beplanting en is het bestuur gerechtigd deze te doen verwijderen en te doen
vernietigen, zonder dat
enigerlei vergoeding hiervoor jegens de rechthebbende verschuldigd is.
Graftekens algemene graven
Artikel 41
Op algemene (urnen-)graven mogen door de gebruikers enkel graftekens worden
opgericht of
grafbeplanting aangebracht volgens de voorschriften van het bestuur.
<top>
VIII
Tarieven en onderhoud
Tarieven
Artikel 42
1. Voor het vestigen en verlengen van een grafrecht, voor bijzettingen, voor
onderhoud en voor
het verwijderen van
graftekens en/of beplanting bij einde van de termijn waarvoor een grafrecht
is aangegaan worden tarieven
geheven. Deze zijn als volgt samengesteld:
a. een bedrag voor de
werkzaamheden aan het (urnen-) graf;
b. een bedrag voor het
grafrecht;
c. een bedrag ter
bestrijding van de kosten van het door het bestuur uit te voeren algemeen
onderhoud
van de begraafplaats, voor de duur van het grafrecht;
d. een bedrag ter
bestrijding van de kosten van verwijdering en vernietiging van het grafteken
inclusief fundering en/of de grafbeplanting na het eindigen van het grafrecht.
2. Het bestuur stelt een afzonderlijke lijst op van de voor de begraafplaats
geldende tarieven.
Algemeen onderhoud
Artikel 43
Het bestuur zal zorg dragen dat de afrasteringen en/of ommuringen, de gebouwen,
de paden, de
groenvoorziening en de beplanting van de begraafplaats worden onderhouden. Tot
dit onderhoud
van de begraafplaats behoren de werkzaamheden aan de groenvoorziening en de
beplanting op en
onmiddellijk achter de graven, in zoverre deze niet overeenkomstig artikel 37
door de rechthebbende
zijn aangebracht
.
Beperking onderhoudsverplichting
Artikel 44
Het bestuur verplicht zich aan het in artikel 43 omschreven onderhoud te
besteden maximaal de
bedragen, die uit de tarieven op grond van artikel 42 voor onderhoud zijn
verkregen en daarvoor per
jaar beschikbaar zijn, alsmede eventueel van overheidswege daarvoor verkregen
subsidies.
Deze beperking van de onderhoudsverplichting geldt in het bijzonder na sluiting
of gesloten
verklaring van de begraafplaats.
Ruiming van graven en asbussen
Artikel 45
Het bestuur heeft het recht de (urnen-)graven en de in de urnenbewaarplaats
bewaarde asbussen,
waarvan de rechten meer dan drie maanden vervallen zijn, te doen ruimen, met in
achtneming van
de wettelijke termijn.
<top>
IX
Overgangsbepaling
Artikel 46
1. Voor in het verleden verleende grafrechten waarvan de tijdsduur niet meer
aantoonbaar vast te
stellen was, heeft het
reglement van 1991 de termijn gesteld op 30 jaren na inwerkingtreding
van dat reglement. Het
huidige reglement vervangt dit reglement en gaat uit van het toen
bepaalde ten aanzien van de
genoemde grafrechten. Het tariefonderdeel voor het grafrecht,
zoals bedoeld in artikel 42,
lid 1 sub b, is derhalve gedurende deze periode niet verschuldigd.
2. Rechthebbenden met een grafrecht dat aantoonbaar voor onbepaalde tijd is
verleend, zijn niet
het tariefonderdeel
verschuldigd voor het grafrecht, zoals bedoeld in artikel 42, lid 1, sub b.
<top>
X
Slotbepalingen
Sluiting van een begraafplaats
Artikel 47
Het bestuur behoudt zich het recht voor de begraafplaats voor begravingen en
voor het bewaren van
asbussen te sluiten of gesloten te doen verklaren. Uitsluitend de betalingen
voor begravingen,
waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden daarna door het bestuur aan
rechthebbende
gerestitueerd.
Het bestuur is niet aansprakelijk voor opgravings- en overplaatsingskosten van
resten en/of
graftekens naar een andere begraafplaats.
Klachten
Artikel 48
Belanghebbenden kunnen omtrent feitelijke handelingen betreffende de
begraafplaats bij het bestuur
een schriftelijke klacht indienen. Het bestuur zal binnen dertig dagen na
ontvangst van de klacht
beslissen en de klager schriftelijk daarvan in kennis stellen.
Onvoorzien
Artikel 49
Ingevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
Vervallenverklaring eerdere reglementen
Artikel 50
Het bestuur herroept de bepalingen en voorschriften van eerdere reglementen, de
begraafplaats
betreffende en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.
Wijziging reglement
Artikel 51
Dit reglement heeft de goedkeuring van de bisschop van Rotterdam.
Het bestuur is gerechtigd dit reglement te wijzigen.
Wijzigingen in dit reglement behoeven eveneens de goedkeuring van genoemde
bisschop.
De rechthebbenden en de gebruikers worden van de wijzigingen in kennis gesteld.
Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van het bestuur van de R.K.
Parochie St. Victor te
Noordwijkerhout d.d. 25-07-2012 en het bestuur van de R.K. Parochie St. Jozef te
Noordwijkerhout
d.d. 25-07-2012 en goedgekeurd door de bisschop van Rotterdam d.d 25-07-2012 en
van
toepassing verklaard met ingang van 25-07-2012.
<top>
BIJLAGE
VOORSCHRIFTEN VOOR HET TOELATEN VAN GRAFTEKENS EN
GRAFBEPLANTINGEN
Artikel 1
Bij de beheerder van de begraafplaats is voor iedere belanghebbende ter inzage
het
indelingsplan van de begraafplaats, verdeeld in vakken. Op dit indelingsplan
zijn de vakken
met cijfers en letters aangegeven.
Artikel 2
Voordat op een graf een grafteken of een beplanting wordt toegelaten moet aan de
beheerder de getekende grafakte worden getoond.
Artikel 3
a. In een vak "eigen graven" (bestemd voor maximaal drie overledenen) worden op
de
graven toegelaten liggende
zerken, in de maximale afmetingen 200 x 90 cm, en/of
staande graftekens, in de
afmetingen 100 x 80 cm, beide met een maximale dikte van
12 cm.
b. In een vak "kindergraven" worden op de graven toegelaten liggende zerken
en/of
staande graftekens, waarvan
het ontwerp tevoren afzonderlijk door het bestuur is
goedgekeurd.
c. In een vak "algemene graven" worden graftekens of grafbeplantingen
toegelaten. l-let
achterste grafteken in de
maximale afmeting 100 x 80 om het middelste en het voorste
grafteken in de maximale
afmeting 60 x 40 cm. met een maximale dikte van 8 cm.
d. In het vak “algemene graven” op het kerkhof van de R. - K. Sint Jozef
parochie is het
gebruik van een hardstenen
grafband verplicht. De kosten van deze grafband worden
over de drie rechthebbenden
van het graf verdeeld.
Artikel 4
Wanneer in een vak goedgekeurde modellen van zerken en graftekens zijn
voorgeschre-
ven kan het bestuur een afwijkend model toestaan, mits het ontwerp daarvan
tevoren
afzonderlijk is goedgekeurd.
Artikel 5
Op de in art. 1 lid a, van deze bijlage, genoemde graven moeten de zerken en de
grafte-
kens worden vervaardigd uit één stuk weerbestendige natuursteen (hardsteen,
graniet of
wit marmer).
Zerk of grafteken kan worden geplaatst op een afzonderlijke sokkel van dezelfde
natuur-
steen, mits de verankering geschiedt met koperen doken.
Voor 'kindergraven" geldt dat graftekens worden toegelaten, vervaardigd van
ander
materiaal (bv. Metselsteen) dat eveneens weerbestendig is (materiaalkeuze bij
het ontwerp
te vermelden).
Artikel 6
1. Zerken en graftekens moeten worden geplaatst op een doelmatige fundering ten
genoegen van het
bestuur.
Wanneer in een vak
door het bestuur doorgaande funderingsstroken zijn aangebracht
dient hiervan gebruik
te worden gemaakt.
2. Urnen die op een graf worden bijgezet, dienen hecht aan de ondergrond te
worden
verbonden ten genoegen van
het bestuur.
Artikel 7
De grafbeplanting mag geen groter oppervlak begroeien dan het graf of de
bestemde
grafstrook, met een maximale hoogte van 1.00 m.
Artikel 8
De inscripties, zerken, graftekens en urnen mogen niet storend of grievend zijn
voor
nabestaanden of bezoekers.
Artikel 9
Op de begraafplaats worden niet toegelaten:
a. ijzeren hekken;
b. palen met buizen of kettingen;
c. opgeschroefde inscriptieplaten of schilden.
Artikel 10
Het plaatsen van een firmanaam of enige andere reclame op zerken of graftekens
is niet
toegestaan.
Artikel 11
De uitvaartverzorgers en de leveranciers van graftekens worden geacht kennis te
dragen
van het reglement van de begraafplaats.
Artikel 12
Betreffende de werkzaamheden op de graven bepaalt artikel 6 van het reglement
van de
begraafplaats:
1. Het delven. of dichten van graven, het openen van een graf en het opdelven
van
stoffelijke resten en
het bijzetten van asbussen mag uitsluitend geschieden door het
personeel van de.
begraafplaats of. in opdracht van het bestuur, door derden.
2. Het bestuur geeft aan` hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de
bouw, de
aanleg of het
onderhoud van de graftekens en/of grafbeplantingen gelegenheid om
hun werkzaamheden te
verrichten' op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is
Zij volgen hierbij de
aanwijzingen-van de beheerder.
3. Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen en tijdens
begravingen en
diensten in de aula of de kapel. Op zaterdagen mogen geen werk-
zaamheden door
beroepskrachten worden verricht, in opdracht van rechthebbenden.
maar is uitsluitend de
grafverzorging door de nabestaanden toegelaten.
4. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te
worden meegenomen of
te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzing van de
beheerder.
Artikel 13
voor het plaatsen van zerken en graftekens en het bijzetten van urnen wordt door
het
bestuur geen leges geheven.
Artikel 14 '
Vóór het plaatsen van een zerk of grafteken en voor het bijzetten van een um
dient de
rechthebbende - of de leverancier namens de rechthebbende -, schriftelijk op te
vragen bij
de beheerder de juiste ligging van een graf, met vermelding van de naam van de
overlede-
ne, de datum van begraving, de naam van de rechthebbende met vermelding van de
naam
van de leverancier. De grafaanduiding zal door de beheerder schriftelijk aan de
aanvrager
worden medegedeeld.
Artikel 15
Een zerk of een grafteken dient voor een bijzetting zo spoedig mogelijk na het
overlijden
doch uiterlijk 24 uur voor de begraving zodanig van het graf te worden
verwijderd, dat het
graf kan worden gedolven. Funderingsresten dienen op aanwijzing van de beheerder
eveneens te worden verwijderd. Zerk of grafteken dient van de begraafplaats te
worden
afgevoerd of tijdelijk te worden opgeslagen op aanwijzing van de beheerder.
Artikel 40 (36) van het reglement van de begraafplaats bepaalt:
Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een
grafteken voor
een bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden
gegeven door
de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op de begraafplaats
bevindt en
niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst, is het bestuur
gerechtigd de
delen daarvan van de begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op
kosten
van de rechthebbende.
Artikel 16
Alleen in het vak "eigen graven" worden grafkelders toegelaten, die geen grotere
opper-
vlakte mogen innemen dan de oppervlakte van het graf. Geprefabriceerde
grafkelders
kunnen worden ingelaten. Gemetselde graven worden opgetrokken in wanden van
metselsteen tot 10 cm onder het maaiveld op een vloerplaat van gewapend beton.
Alle
grafkelders dienen te worden afgesloten met een afdekplaat van gewapend beton
voordat
het grafteken geplaatst wordt
.
Artikel 17
Voor werkzaamheden op de graven door beroepskrachten is de begraafplaats geopend
op
de vijf werkdagen van 8 uur tot 17 uur. Voor bezoekers is de begraafplaats
bovendien
toegankelijk op de zater- , zon- en feestdagen van 8 tot 17 uur. Buiten deze
uren is het ook
de uitvaartverzorgers en leveranciers van zerken en graftekens en urnen niet
toegestaan
zich op de begraafplaats te bevinden, tenzij met goedvinden van de beheerder.
Het is de
beheerder niet toegestaan aan ondernemers een sleutel van de begraafplaats te
geven.
Artikel 18
Het is niet toegestaan voor werkzaamheden op de graven gedeelten van de
beplanting of
de groenvoorziening, niet tot het graf behorende, te verwijderen. Bij vermeende
hinder
wordt contact opgenomen met de beheerder.
Artikel 19
Alleen de verharde wegen en paden, door de beheerder daartoe aangewezen, mogen
worden bereden door vervoersmiddelen van de ondernemers. De beheerder is bevoegd
een vervoermiddel met een naar zijn oordeel te hoge wieldruk of te grote
afmeting de
toegang tot de begraafplaats geheel te ontzeggen.
Artikel 20
De ondernemers zijn aansprakelijk voor letsel en schade, toegebracht aan
personen of
zaken op de begraafplaats.
Artikel 21
Personen, belast met werkzaamheden op de graven, dienen minstens 16 jaar oud te
zijn
en naar het oordeel van de beheerder behoorlijk gekleed, ook in de zomer.
Gebruik van
radioapparatuur is verboden.
Artikel 22
De ondernemers dienen zorg te dragen voor voldoende eigen personeel voor laden,
lossen
en transport. Zij mogen geen rechtstreeks beroep doen op assistentie door het
personeel
van de begraafplaats of de werknemers van de tuinonderhoudsdienst. Een verzoek
tot het
verlenen van hulp in bijzondere omstandigheden dient te worden gericht tot de
beheerder.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur d.d. 25-07-2012
<top>